Jaap Schlötjes (1946 - )Herinneringen, feiten en verhalenAlvorens aan de familiezaken te beginnen, is het nodig iets over mijzelf te
vertellen. Ik ben Jaap Schlötjes (1946), zoon van Dick Schlötjes (1913-1998) en
Ans Mohr (1913-2002). Ik studeerde Nederlands, werd leraar, conrector en was van
1988-2003 rector van een grote VWO-Havo-school (Sancta Maria) in Haarlem. Ik
trouwde in 1969 met Ineke van der Erf (1946) en we kregen 2 kinderen, Hedwig
(1971) en Jessica (1972), die zelf inmiddels ook alweer kinderen hebben. Wij
zijn de trotse opa en oma van 2 kleindochters en 2 kleinzoons. Wij hebben
doorlopend in en om Haarlem gewoond. Van 1989 – 2004 woonden we in Santpoort
Zuid, in een mooi huis in het groen, sinds juni 2004 wonen we in Heemstede, iets
kleiner en vooral met een kleinere tuin. We hebben sinds 2001 een
huis in de
Franse Provence, bij de Mont Ventoux, waar we regelmatig verblijven. Sinds 2004
ben ik gepensioneerd. Mijn hobby’s zijn het maken van
glas-in-lood/Tiffany-werk
en het Franse buitenleven. Het eigen ouderlijk gezinSamen met mijn oudere zus José (1944) groeide ik op, eerst in Amstelveen, daarna (1953) in Haarlem Noord. We gingen naar de middelbare school; mijn zus ging werken in het bibliotheekwezen. Ze leerde in Zwitserland haar man kennen, trouwde daar in 1969 en kreeg er drie kinderen en 5 kleinkinderen. Ze woont nog steeds in Zwitserland (Lyss, bij Biel) en heeft een huis in Bourgondië (Fr.).
Mijn vader (Dick) heeft altijd administratief/ financieel werk gedaan. De
laatste tientallen jaren werkte hij bij de Nederlandse Overzee Bank, later Mees
en Hope. Hij beheerde de laatste jaren de documentatie-afdeling. Als hobby’s had
hij pianospelen, tekenen, schilderen en schrijven. Mijn vader heeft tot zijn 65e
gewerkt. Het was een wat onpraktische man, die liever droomde dan deed. Heel
betrouwbaar, en heel rustig. Behalve als hij erg getergd werd, dan kon hij soms
driftig worden.
Andere familieledenVan de andere familieleden van vaders kant weet ik niet zoveel. Ik herinner me nog wel zijn moeder (Hendrika), een strenge, wat chagrijnige vrouw in een, in mijn ogen immens huis, in de Johannes Verhulststraat, echt Oud Zuid. Een heel grote trap naar boven, wat kaal en ouderwets van inrichting. Het mooiste vond ik het beneden, vooral achterin, waar het hoeden-atelier van
Tante Henny was: de struisveren, de vilten lappen, de metalen vormen waaromheen
de hoeden met stoom werden gevormd. In de showroom, de twee “zalen” van kamers,
stonden, in de lege ruimte, de houten standaards met daarop de “nieuwste” mode
van de hoeden. Ik heb nog wel eens bij haar gelogeerd, toen oma Schlötjes al was
overleden (ik denk zo rond 1956). Ze had er heel veel werk van gemaakt, we
gingen zelfs nog met een bus vanaf het Damrak (Lindberg, bestaat nog steeds) een
excursie maken (volgens mij naar de Kaasmarkt in Alkmaar). Ik zie nog voor mij
hoe zij, zwaar gehandicapt, moeizaam kans zag om de hoge treden van de
bus op te komen en af te gaan. Ik vond haar aardig en zielig tegelijk. Achteraf
wel heel moedig hoe ze met haar handicap in haar eigen levensonderhoud voorzag. Ergens in mijn herinnering zitten nog beelden over de grote problemen met de verdeling van de erfenis na haar overlijden. De vrouw van Chris (Cox Henneman) was te inhalig geweest. Wij kregen in elk geval de bronzen gashaard uit de showroom, die nog jaren in Haarlem de voorkamer verwarmde (op zon- en feestdagen!), tot het aardgas zorgde voor nieuwe kachels.
Oom Chris zelf herinner ik me vooral van latere jaren. Ik kan me niet
herinneren dat we ooit bij zijn gezin op bezoek zijn geweest. Ze woonden, zo
hoorde ik wel vaak, in de Michelangelostraat in Amsterdam. Ik heb een vaag beeld
van Tante Cox. Hun kinderen waren iets jonger dan wij, maar we zagen elkaar
nooit, anders dan met de kinderen van mijn moeders zus. Bij etentjes ter ere van
huwelijksfeest van mij ouders (rond 13 oktober) was hij altijd een graag geziene
gast: hij had altijd veel verhalen, was goed gekleed, zag er goed uit, en was
charmant, ook in de ogen van onze dochters. Hij heeft na zijn pensionering nog
lang doorgewerkt op de bank (AMRO), hetgeen bij mijn ouders enige jaloezie
opriep (een goed pensioen en dan nog werken, en ook nog elke dag gratis eten op
de bank! Tot op hoge leeftijd was hij, in tegenstelling tot mijn vader, heel sportief: fietsen en tennissen. Soms kwam hij, in de jaren zeventig en tachtig,
bij mijn ouders langs en nam ze mee in zijn auto (hij reed altijd in BMW’s, waar
hij in Brabant speciale adressen had voor aankoop en onderhoud, via Joan) om bij
een Van der Valk wegrestaurant wat te gaan eten. Dat vonden ze wel leuk, behalve
dat hij altijd de weg kwijtraakte, waardoor ze soms uren in de auto zaten,
steeds de afslag missend.
Hij had na zijn scheiding geen contact meer met Marion. Zij was aanvankelijk begonnen aan een carrière als zangeres (operette), maar kreeg last van problemen met haar ogen. Daarna werkte ze niet meer en verbleef langdurig bij haar moeder. Ook Joan kregen we nooit te zien. Oom Chris vertelde het verhaal dat hij in zijn studententijd chauffeerde voor een oude, rijke dame. Toen die overleed, liet ze hem haar geld na. Zowel van mijn ouders als van Chris hoorde ik soms verhalen over Joans leven in huizen in Spanje, Londen, Zwitserland. Veel buitenslands, en af en toe naar Zwitserland voor geldzaken.
Ook Marion is jong overleden, eind augstus 2007, 60 jaar oud. Daarna sprak ik enkele keren met diverse mensen die zowel Joan als Marion goed gekend hebben. De feitelijke levensloop van het gezin van Chris is een zeer tragisch verhaal, dat zich niet leent voor weergave op deze website, uit respect voor de privacy van het gezin en direct betrokkenen. Mochten er mensen zijn die goede redenen hebben om er iets over te horen dan kunnen ze contact met mij opnemen. Van de andere familieleden herinner ik me eigenlijk alleen de namen van Oom
Frans en Oom Dick die wel eens genoemd werden. Vaag kan ik me ook een bezoekje
aan Heemstede herinneren, uit mijn vroege jeugd, vanuit Amstelveen, maar volgens
mij is dat bij één keer gebleven (of het bestaat alleen in mijn herinnering).
Datzelfde geldt voor verhalen over vaders vader: meer dan dat die heel jong
overleden was, kwam mij niet ter oren. Ook wel begrijpelijk, mijn vader was 6 jaar toen die overleed. En ook de vader van mijn moeder was heel jong overleden,
dus het was geen echte bijzonderheid. Als mijn vader over de familiegeschiedenis
sprak, dan ging het alleen om een vaag verhaal dat we oorspronkelijk uit Noord
Duitsland kwamen, waar een familie-kasteeltje lag. Dat verhaal is in elk geval
niet bevestigd in het onderzoek!
.
laatste update: vrijdag 20 februari 2015 16:44 |
U kunt een e-mailbericht met vragen of opmerkingen over deze website
verzenden aan jaap@schlotjes.nl
|